teksten © Marlies Verhelst, tenzij anders vermeld

 

 

 

 

 

Kinderboeken

 

 

 

C

  

Vangst in de nacht

 

Vangst in de nacht gaat over Teunis Klok en Bo Martens. Teunis is een autodief. Hij steelt het liefst grote, dure auto’s. Bo gaat met zijn opa en oma kamperen op een vlot in het water. De nieuwe Mercedes van opa blijft aan de wal staan. Een fluitje van een cent voor Teunis, lijkt het. Maar dan heeft hij geen rekening gehouden met Bo!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Spannend! is een serie met echt spannende verhalen die vlot leesbaar zijn. Voor iedereen die van spannende boeken houdt.

 

Er zijn Spannend!-boeken voor de niveaus M4 t/m M6.

Het leesniveau van dit boek is AVI M6.

 

 

Het boek begint direct erg spannend. Lees hieronder het begin en oordeel zelf.

 

 

 

Een donkerblauwe Volvo

 

Het is bijna lunchtijd. Een jonge, knappe vrouw stapt even buiten het centrum van Breda op een parkeerterrein uit een mooie donkerblauwe Volvo. Ze sluit het portier en stopt de autosleutel in haar goudkleurige schoudertas. Op hoge hakken loopt ze naar het café om de hoek. Ze is nog maar net de hoek om of een magere man met een donkerbruin jack stapt achter een boom vandaan. Hij volgt haar op de voet. De vrouw gaat aan een tafeltje op het volle terras zitten. Haar tas zet ze naast zich neer op de grond.

De man gaat aan een tafeltje achter haar zitten. Hij bestelt een glas bier en rekent direct af. Voor de vrouw heeft hij geen belangstelling. Wel voor haar tas. Telkens dwaalt zijn blik naar die goudkleurige schoudertas. Hij neemt een slok bier, maar zwaait daarbij onhandig met zijn arm. Het glas glipt uit zijn hand. Hij vangt het net op tijd op, maar kan niet voorkomen dat de inhoud ervan over de terrastegels stroomt.

Nog voor het bier de goudkleurige schoudertas bereikt, grist de man de tas van de grond. Met een elegant gebaar overhandigt hij hem aan de vrouw. Ze bedankt hem hartelijk.

Na tien minuten verlaat de man het terras en loopt richting de donkerblauwe Volvo. Hij opent de auto met de sleutel die hij uit de tas gestolen heeft vlak voor hij die teruggaf.

 

 

 

En dan nog een stuk uit het midden van het boek. Hier leer je Bo kennen die met zijn opa en oma logeert op een kampeervlot in het plaatsje De Heen.

 

 

Een onguur type

 

Opa parkeert de Mercedes vakkundig tussen twee kleine auto’s in. Het valt niet direct op dat er een magere man een beetje zoekend over het parkeerterrein loopt. Hij draagt een donkerbruin jack en loopt lichtjes gebogen langs de auto’s op het parkeerterrein. Als hij de Mercedes ziet aankomen, duikt hij plotseling weg achter een bestelbusje dat twee auto’s verderop staat.

Toch heeft oma hem dan al gezien. Ze stapt uit en loopt onmiddellijk in de richting van de man.

‘Zoekt u iets? Kan ik u misschien helpen?’

Bo volgt haar aarzelend. Hij vindt de man maar een onguur type en was het liefst direct naar de kano doorgelopen.

‘Hebt u misschien iets verloren?’ dringt oma aan.

De man richt zich nu op.

‘Ja… eh… mijn dochtertje heeft een ringetje verloren. Waarschijnlijk is het in het water gevallen. Ik wilde toch even hier kijken, maar ik geef het op. Ik koop wel een nieuw ringetje voor haar.’

‘We kunnen best even helpen zoeken. Luc, kom jij ook eens.’

‘Dat hoeft niet,’ mompelt de man.’Ik ga er weer vandoor.’

Opa, die zich juist een beetje afzijdig gehouden had, komt dichterbij.

‘Wij logeren op een vlot op het water, tegen de andere oever,’ ratelt oma verder. ‘Ik vind het hier geweldig. Weet u...’

Bo kijkt opa met opgetrokken wenkbrauwen aan. Daar gaat hun vistijd. Opa werpt een blik op zijn horloge en wenkt hem. Samen gaan ze ongemerkt enkele meters van oma en de man staan.

De man wijst naar hun auto. ‘Mooie auto heeft u. Nieuw?’

Nu het zijn auto betreft, kan opa niet op de achtergrond blijven. ‘Ja,’ zegt hij, ‘we hebben hem net drie weken. Er zit van alles op en aan. Ingebouwd navigatiesysteem, verwarmde ruitensproeierkoppen, centrale vergrendeling met crashsensor, een boordcomputer, een meertonige claxon en een superieur alarmsysteem.’

‘En hoe neemt u straks de auto mee naar uw vlot?’ vraagt de man.

‘Dat kan niet,’ antwoordt oma. ‘De auto blijft hier staan. We gaan er met een kano naartoe. Kijkt u maar in de verte. Daar ligt ons vlot. Avontuurlijk, hè?’

De man geeft geen antwoord, maar kijkt weer vol interesse naar de Mercedes.

‘Het is een prachtwagen.’

Hij laat zijn lange, magere vingers over de zilvergrijze lak glijden, draait zich om en loopt snel weg.

‘Een prettige vakantie,’ mompelt hij nog.

 

 

Leesniveau: AVI-M6 (midden groep 6)

Illustraties: Joyce van Schijndel

Uitgeverij: Delubas

Verschijningsdatum: augustus 2010